dinsdag 16 december 2014

Blanche wil nog niet naar huis


Op Ijburg was het een drama, Blanche haar riem aandoen. Het tuigje had ze dag en nacht aan want daar waren twee man voor nodig om dat om te gespen. Razend werd ze, zo'n 6 keer per dag. Ik kreeg er een post-natale depressie van. Ik kon helemaal niet van Blanche genieten, kreeg zelfs een hekel aan het mormel. Alsof ze het expres deed om mij te pesten.

 Hier rent ze de hele dag los rond maar als we de stad ingaan, komen het tuigje en de riem tevoorschijn. Inplaats van te grommen en te bijten, gaat ze gewillig op haar rug liggen met de voorpootjes uitgestoken. Dan het riempje eraan klikken en ze springt van enthousiasme: we gaan op pad. Dat betekent het landgoed verlaten, de poort door, hek goed afsluiten anders lopen Marvin en Luther weg. Dan begint het avontuur. Ze kent de weg naar de boulevard uit haar hoofd. Langs de Intermarche, oversteken bij de rotonde, dan die aardige Chinese mevrouw gedag zeggen. Even liggen voor de herdershond die bij het cafe hoort. Het is een vriendelijk beest dat al snel zijn interesse verliest. Langs de alcoholische daklozen die tegen de etalage van de supermarkt leunen.  Als middenstander zou ik niet blij zijn met de haveloze, ongewassen mannen voor mijn winkeltje. Ze zijn donkerbruin, niet alleen van het buitenleven. Ze zijn te vies om aan te pakken, de meesten missen tanden en hun kleding is gerafeld en zit vol gaten. Hun drie honden lopen los en steken volkomen onverwachts de straat over. Gelukkig stoppen alle automobilisten automatisch voor mensen en honden.

 Tegenwoordig mijd ik de wino's want het is telkens hetzelfde ritueel. De honden moeten Blanche besnuffelen. Blanche geeft zich onmiddellijk over. De viervoeters merken gelijk dat ze niet loops is en verdwijnen weer. Blanche blijft voor alle zekerheid liggen zodat, als ik niet oplet, haar als een vod achter me aansleep.  Daarna wandelen we over de kleine, Portugese keitjes naar beneden richting boulevard. Dat is niet ver genoeg voor Blanche. We moeten en zullen naar het strand. Volg mij maar, zegt ze, neus in de wind.

 Op de terugweg gedraagt ze zich anders. Tot de rotonde loopt ze nog vlot mee. Daarna weigert ze een poot te verzetten. Eerst dacht ik dat ze moe was. Ze heeft nog lang geen zin om naar huis te gaan en wil al die lekkere, vieze straatluchtjes besnuffelen. Dat is het.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten