zondag 1 december 2013

Zondag volgens Het Grijze Kind

De Westertoren

Het Grijze Kind van Theo Thijssen gaat over een jongetje dat al een heel leven achter de rug heeft. Hij bekijkt zijn omgeving met de meewarige blik van een oude man die alles meegemaakt heeft (been there, done that). Hij doorziet de schone schijn die de volwassenen om hem heen proberen op te houden.


- O die gruwelijke vraag van alle Zondagen: wat doen we vanmiddag. 't Is één keer gebeurd, dat ik me niet langer kon inhouden, en mama op die vraag antwoordde: - Nou, mekaar weer 'es lekker pesten, hè. - Dat is toen één van de punten van aanklacht geworden, waarop later mijn veroordeling tot een ‘inrichting’ gevolgd is. Maar hoe waar is toch dat antwoord geweest!

Het hele sukses van de voetbalwedstrijden is daaraan te danken, dat zij de Zondagmiddagen der mensen vullen. Maar dames van de leeftijd van mama laten zij nog veel te veel aan d'r lot over, en het is eenvoudig niet te schatten, wat voor een geweldige hoop beroerdigheid dit soort vrouwen zo'n Zondagmiddag om zich heen weet te strooien, in die uren tussen twee en half vijf. Nà half vijf is het niet zo erg meer: dan wordt het bittertijd, en in 't bitteruurtje is men in 't algemeen onkwetsbaar. Maar de middag, de eigenlijke middag, wat moet er dan toch gedáán worden?
Mijn tante Neeltje wordt door dit probleem niet gekweld: die heeft de Zondagmiddag geheel bezet door de zorg voor de extra-Zondagse pot, en is bovendien Zondags meer dan ooit de dienende moeder van het gezin.
Maar vrouwen als mama, die zijn Zondags door de duivel bezeten; ze hebben zo het idee dat de Zondag zich ook voor haar door 't een of ander moet onderscheiden van het door-de-weekse beuzelbestaantje; ach, zochten ze de oplossing maar, door Zondags d'r gezin nu tenminste eens te diènen!

Wat doen we op zondag? Wandelen

‘Wat doen we van middag’ - dat we door de week niet kunnen? Thee drinken, koekjes knabbelen, op visite gaan, visite ontvangen, wandelen met mooie kleren aan, het was mama d'r program van elke door-de-weekse middag; wat zou ze dáár nu Zondags aan gehad hebben? Bovendien waren de nette taartjes-gelegenheden Zondags gesloten, evenals de grote winkels; en ook waren vele dingen Zondags ‘ordinair’, die door-de-week netjes waren. Zodat de Zondagmiddag een woestenij zou worden, als er niet iets bedacht werd ‘om te doen’.

U moet 'es op die Zondagmiddag gaan letten, lezer; het is de tijd waarin de meeste familie-ruzies ontstaan, de tijd waarin het meest gedronken en gevochten wordt. Er zijn mensen, die op zo'n Zondagmiddag zó van slag af raken, dat ze pas Dinsdags weer enigszins normaal te noemen zijn....
En als ik bij voorbeeld dezer dagen eens het, natuurlijk verschrikkelijke, bericht kreeg dat mijn gehele geachte familie zich door ophanging van het leven had beroofd, dan zou ik al zonder enige verdere uitleg vragen: dat is dan Zondagmiddag om drie uur geweest? En ik zou, deze veronderstelling bevestigd krijgend, kalmpjes beweren, dat ik wist, dat zo iets eindelijk wel eens gebeuren móést, Zondagsmiddags om die tijd.-

Geen opmerkingen:

Een reactie posten