woensdag 9 oktober 2013

Plan Zuid II

Ik geloof dat dit Hercules moet voorstellen

In Amsterdam-Oost vind je op elke hoek van de straat een Albert Heijn. Zodra je De Beethovenstraat inloopt zoek je te tevergeefs naar een supermarkt. Chique kledingwinkels zat maar waar de bewoners hun voedsel vandaan halen is mij een raadsel. De fysio-therapeute zit bijna aan het einde van de Stadionweg, het gedeelte waar de huizen nog wel die Berlagestijl hebben maar dan armoedig. Ik vind het nog steeds prachtige woningen ze zijn alleen toe aan een renovatiebeurt. Tegenover de fysio vond ik een mini AH. Een krap winkeltje vol met scholieren die elkaar aanspraken met: 'Jongen'. In Oost zeggen de kids voornamelijk: 'Hou je bek.' En mogen slechts met twee tegelijk naar binnen want ze roven de hele snoepafdeling leeg.En wie schuifelde daar rond met een blauw mandje aan haar arm. Onze diva en stoeipoes Patricia Paay. In de Watergraafsmeer struikel je over de acteurs, actrices en toneelschrijvers.

Ik kom nu 2x per week in Amsterdam- Zuid. Ik ben zo'n drie uur onderweg voor een kwartiertje massage maar het geeft mij de gelegenheid de meest eigenaardige diersoort te bestuderen: de mens. Ik liep door de straat waar mijn vriend Max (HK) is opgegroeid. Zijn vader voorzag de buurt van brood en pafte 2 pakjes Camel zonder filter weg. Op zijn 59ste is hij gestikt. Zijn laatste woorden waren: 'Ik ben in een fuik gezwommen.' Zijn zoon is nu 69 en is veranderd van een mager scharminkel, die een halve pot pindakaas op zijn brood smeerde zonder een gram aan te komen, in een dikke man die moeite heeft zijn gewicht te dragen bij het wandelen.





Max kan smeuïg vertellen over zijn jeugd in Plan Zuid. 'Schrijf jij het maar op', zegt hij vaak, 'voor mij is het te traumatisch.' Ik heb besloten daar werk van te maken, ik heb altijd een biografie willen schrijven en Max'geheugen is fenomenaal. Hij herinnert zich de kleinste details. Geboren in de oorlog als de oudste van een eeneiige tweeling. Vader lid van een sekte, moeder met het uiterlijk van een Jodin en een nazinest om de hoek. Het taaie ongerief van de jaren 50 schijnt door al zijn verhalen heen. Moeder die vloekend het kerstmaal bereidt. Het gezin met 6 kinderen, oorspronkelijk 8 maar twee zijn jong overleden, zat ongeduldig te wachten op het feestelijke diner. Het middenstuk van de tafel was uitgeschoven. Moeder zette de braadpan op tafel die meteen in een gat verdween. Het uitschuifbare gedeelte had het begeven. Of vader die met zijn grut in de auto rijdt en bij de tramhalte een Zuster ontwaardt. Zo werden de leden van de kerkgemeenschap genoemd, broeder en zuster. Vader zwaaide enthousiast, verloor de greep op zijn stuur en knalde tegen een paal aan. Moeder:'Jij ook altijd met je Zuster.'
De poging van Max om naar Amerika te emigreren, een periode die zo pijnlijk is dat hij gaat hyperventileren als hij erover praat. Max werkte bij een joodse bakker die in verschillende concentratiekampen had gezeten. Wellicht was hij daardoor een meedogenloze baas geworden. De bakkerij bevond zich in een kelder waar de temperatuur in de zomer opliep tot 45 graden. Een vochtige warmte die al je levenslust uit je zuigt. Max zag er niet uit als een gezonde Amerikaanse jongen en werd door een groep leeftijdsgenoten bijna doodgeslagen.

Als kind had kwam Max regelmatig over de vloer bij een Joods gezin. 'Daar werd je niet als onmondig kind behandeld', vertelde hij, 'maar als een gelijkwaardig mens. Ik heb dat nooit eerder meegemaakt.'
Kortom stof genoeg om over te schrijven. Max en ik komen nu 2 x per week samen waar hij vertelt en ik notities maak die ik ga uitwerken tot een passende puzzel. Een project waar ik fijn mijn tanden in kan zetten.

Ronan Farrow, geen DNAtest nodig

Nog wat ander nieuws. Mia Farrow verklaarde onlangs dat ze niet zeker is of haar 25 jarige zoon Ronan een kind is van Woody Allen of Frank Sinatra. Oordeelt zelf.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten