donderdag 11 april 2013

De terugreis



Ik  vergeet helemaal over de de terugreis te vertellen. Ik had uit voorzorg vervoer geregeld voor HS. Na de ervaring op de heenreis leek het mij een goed idee. HS werd bij aankomst op Faro in een rolstoel geplaatst en door een vliegveldmedewerker naar de balie gereden. De man negeerde de rij met seniore overwinteraars en checkte ons in. Gelijk klonken er protesten vanuit de menigte. 'Ik ben ook invalide', riep een oude lul. Hij toonde een plaatje van een rolstoel. De Portugees reageerde niet en wij konden doorlopen annex doorrijden. Daarna werd ons paspoort gecheckt en volgden we een slangachtig pad afgezet met paaltjes en linten. 'Ik kan hem wel duwen', zei ik tegen de Portugees. Ik zwalkte langs de paaltjes en bleef twee keer steken waardoor ik de slappe lach kreeg. Jut en Jul op reis. De Portugees nam het van me over en rolde HS naar een terrasje. 'Ik kom u ophalen als het vliegtuig er is', zei de vriendelijke assistent. HS was vrolijk maar begon te klagen dat hij nu vast zat in die stoel. Hij kon moeilijk op gaan staan en roepen:'Ik ben genezen.' 'Het is of het één of het ander, zeurpiet', zei ik.
Toen het vliegtuig startklaar stond haalde de Portugees HS op en reed hem langs de wachtende menigte. Het viel me op dat de mensen ons glimlachend doch meewarig aankeken. Ach gut, die meneer is invalide, wat zwaar voor die vrouw, of zoiets. Er waren nog 4 andere rolstoelers. Ik zei:'Als je een mede-invalide tegenkomt moet je toeteren. Dat zijn de regels.'




We zaten dus als eersten in de kist en werden enthousiast verwelkomd door de crew waaronder de blonde piloot, een Willem-Alexander look-a-like, die een zwaar Rotterdams accent had. Toen het vliegtuig opsteeg ging het mis. De combinatie van HS' COPD en de drukcabine was funest. HS wil liever niet dat ik hierover uitweidt dus ik houd het kort. In een flits zag ik de uitvaart, laat ik het zo samenvatten.

Op Schiphol moesten de invaliden wachten tot alle passagiers het vliegtuig verlaten hadden. Daarna rolden we naar vaste grond. Na enige tijd wachten kwam er een karretje aangereden waarop de vijf invaliden gehesen werden. 'Ik ga wel lopen', zei ik. Vrolijk zwaaiend verdwenen de arme sloebers. De bagageband lag in de verste hoek van Schiphol en na 20 minuten sjouwen met de handbagage kwam ik er aan. HS stond er allang, zijn oude opgewekte zelf. 'Volgende keer nemen we de trein', zei hij. Volgende keer, volgende keer?, dacht ik. Ik leef nu met de dag.
Er was zo weinig te doen in Albufeira dat HS een aantal romans gelezen heeft. Meestal leest hij alleen boeken over techniek. Ik had geen kind aan hem.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten