zondag 28 januari 2018

De Notulen






Toen ik in Portugal was werd ik steeds wakker met het gevoel dat Hans naast me lag.
Terug ik Amsterdam word ik wakker met Hans naast me. Hij was gisteren erg stil en sliep veel. Dat lijkt mij alleen maar een goed teken. In het zombie-tehuis werd hij voortdurend gestoord. De deur van zijn kamer stond altijd open en dan rook je de walm van nicotine, verspreid door de kettingrokers.

Dat is gelukkig voorbij. Vandaag heb ik roomsoesjes gekocht. Die glijden zo prettig naar binnen. Ik keek net om de hoek van de slaapkamerdeur en zag Hans lekker smikkelen terwijl Blanche met een scheef kopje hoopte op een kruimel.
Deze situatie prefereer ik boven de professionele zorg. Ik ken de patiƫnt van haver tot gort en weet precies op welk knopje ik moet drukken. Het verloop van het personeel in het tehuis was zo groot dat Hans nieuwelingen telkens opnieuw moest instrueren. Er waren ook wat vaste verpleegkundigen die geweldig waren. Je moet iemand die nauwelijks eetlust heeft niet opjagen. 'Heeft u uw brood nou nog niet op.'
Om het uur een kleinigheidje en het loopt allemaal wat soepeler. Het machteloos toekijken bezorgt mij de grootste stress. Nu kan ik tenminste wat doen.


Als we in bed liggen, met Blanche tussen ons in, ontbreekt alleen Bob. Verder is de familie weer compleet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten