vrijdag 26 december 2014

Sporten en een krantje maken


Mijn ouders waren sportief. Zij korfbalden. Ja, lach er maar om, dat is ook een sport. Ook een van de redenen waarom ik niet beter wist dat mannen en vrouwen gelijkwaardig waren en zijn. Ze speelden bij een klein clubje waarvan een aantal korfballers bekende acteurs, regisseurs en politici waren. Willem Drees was erelid. Zijn zoon Jan was een vriend van mijn vader. Het clubkrantje werd bij ons thuis gestencild. Ik herinner me de prettige sfeer omringd door creatieve, intelligente mensen.

Een keer per jaar voerde een groepje leden een toneelstuk op onder leiding van een regisseur van De Haagse Comedie. We hebben nog foto's van mijn vader die met een pistool zwaait. Mijn moeder was souffleur. Daarna speelde er een band, op saxofoon Piet Noordijk, die mij nog een knipoogje gaf. En gingen de voetjes van de vloer. Mevrouw en meneer Drees, eregasten, keken dit allemaal glimlachend en goedkeurend aan.

Het krantje maken boeide me, de sport niet. Ik hing als klein kind rond de kleedkamers en vond de sporters stinken. Ik had een soort weerzin tegen sport. Pas na mijn 20ste heb ik de charme en de weldaad van het sporten ontdekt. Vele jaren later kwam mijn droom uit: een maandblad maken. Het was weliswaar 'het buurtkrantje' maar ik heb er schrijven geleerd, de opmaak van de krant en de leukste mensen ontmoet. Er heerste zo'n zelfde sfeer als bij het stencilavondje in de jaren 50. Omringd door creatieve en intelligente mensen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten