zondag 31 augustus 2014

Twee vliegen op een muur

 
Ik ben het liefst een vlieg op de muur met een pen in de aanslag
 
'Het is niet gemakkelijk voor introverten in deze maatschappij', zei mijn nieuwe vriendin A. Daar had ik nog geeneens bij stil gestaan. Als ik hoor van festivals die 100.000 jongeren trekken die uit hun dak gaan en als ze geïnterviewd worden op tv roepen: Het was awesome, denk ik, het zal wel aan mij liggen. Iedereen vindt het geweldig, ik ben vast niet in orde.

We kwamen op dit onderwerp toen we over onze buurtgenoten hadden. Die zijn dol op participatie en alles samen doen. Om 17.00 uur voor de deur borrelen terwijl de kinderen op allerlei voertuigjes over de steiger scheren. Dat moet ik leuk vinden en als ik niet wil participeren en liever in stilte een boek lees, ben ik misschien wel, je zou het bijna denken, autistisch.
A. heeft diezelfde afkeer van de druk van buitenaf. Vooral in de zomer, als alle deuren en ramen wijd openstaan, schreeuwt de buurman naar de overbuurvrouw: 'Zo schoonheid, ben je al wakker.' Ik moet erbij vermelden dat het reuze aardige mensen zijn, hulpvaardig enzo. Maar dat familiaire campingsfeertje, daar zijn en A en ik allergisch voor.

A. had zich verdiept in de introverte mens, ze las er een interessant boek over. Ze zei zelfs dat ze misschien wel wat autistische trekjes had. Wacht even, dacht ik. Voordat we elkaar wat aanpraten. Er is niets mis met ons. We hoeven toch niet perse met alles mee te doen. En barbecues voor de buurt organiseren of samen gaan sporten. Alleen maar om normaal te lijken. Doen waar je je goed bij voelt, ook al worden extraverte mensen daar onzeker en onrustig van.

Het is ook iets van deze tijd, zei A, 'iedereen is uitbundig, je moet ook altijd netwerken. Volgende week hebben wij een teambuildingdag.' 'Dat noem ik gedwongen groepstherapie', zei ik, 'het enige dat je er aan overhoudt is een diep gevoel van schaamte.' Ik vertelde dat ik met HK op een terrasje had gezeten. Er liep een meisje voorbij, mobiel aan oor: 'Ja hoor, schat', schreeuwde, 'zie je morgen. Ik hou van je. Kusjes. Doei.' HK zei met zijn luide stem: 'Aanstelster'. Het hele terras schoot in de lach. 'En laatst ontmoette ik een jonge vrouw die zei dat ze 40 vriendinnen had, Veertig! Ik ben al blij met één.'

Het zette me wel aan het denken. Toen ik Blanche aanschafte, zei de hele buurt: 'Wat leuk dat we jou ook eens zien. We wisten niet eens dat Hans met een vrouw samenwoonde.' En nog meer van die opmerkingen die mij bijna  het gevoel gaven dat er iets mis met me was. Alsof ik een kluizenaar was, een Walter de Rochbrune of een meneer Foppe ( in wie ik mij wel enigszins herken). Ik ga graag mijn eigen gang, als stadsmens, anoniem. Had ik me toch bijna laten meeslepen door de druk van mijn omgeving. Ik hoef me helemaal niet aan te passen aan de extraverten, wat een opluchting.

'Grappig' zei A. toen we met de hondjes het Diemerpark doorkruisten, 'de twee einzelgänger hebben elkaar gevonden.' Mooi toch.

Heerlijk zoveel ruimte en stilte
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten