zondag 8 september 2013

Jeugdherinneringen van Max Gorki



In De Volkskrant van afgelopen zaterdag staat een recensie van de autobiografie van de Russische schrijver Maxim Gorki. Een vreemde man, die Gorki. Eerst anti-communist., later staatsschrijver onder Stalin.
Recensent Sjeng Scheijen schrijft: 'Zijn werk heeft niet de epische grandeur van Tolstoj, niet de diepgang van Dostojevski of de finesse en humor van Tsjechov. Er is weinig ruimte voor fantasie en filosofie, noch voor humor.' Dat klinkt niet aantrekkelijk maar toch kreeg ik zin dit boek te lezen. In het eerste deel kijkt de 3-jarige Gorki naar het lijk van zijn vader: - zijn blote voeten op een vreemde manier samengetrokken, de ook al verkrampte vingers van zijn zachte handen vredig op de borst gevouwen... zijn tanden ontbloot in een schrikaanjagende lelijke grijns-
Dat is nog eens met de deur in huis vallen. Dit deel eindigt met de dood van zijn moeder. Lijkt me echt een boek voor twintigers die nog bij hun ouders wonen. Bij Gorki ging dat zo:
- Een paar dagen na de begrafenis van mijn moeder zei grootvader tegen me: 'Nou,... je bent geen medaille, ik kan je niet om mijn nek hangen: trek jij de wereld maar in...' En zo begaf ik mij onder de mensen- Gorki was toen 11 jaar oud.

Peter Buwalda, nu ook columnist, constateerde in zijn eerste stukje dat geen enkele schrijver dezelfde methode hanteert. De één maakt eerst een schema van het beoogde verhaal, de ander schrijft 10.000 woorden achter elkaar en schrapt er 9000, en de volgende begint en ziet wel waar het schip strandt. Vonne van de Meer die in dezelfde krant geïnterviewd wordt, denkt dat de dikke pillen die tegenwoordig uitgegeven worden te wijten zijn aan het gebruik van de computer. Zij schrijft alle versies met de hand en ontdekt zo wanneer het verhaal te langdradig wordt.
Sjeng Schreijen: 'Gorki's afgemeten bondigheid is zijn sterkste stijlmiddel. Meer lijkt niet nodig want Gorki's herinneringen voeren je naar de diepe krochten van de Russische provincies, en naar een afgetuigde, vernederde, afstotelijke menselijkheid, die desalniettemin vervuld is van energie, wilskracht en hoop.'

De mens blijft een raadsel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten