donderdag 25 april 2013

De zenuwarts



Ik was een jaar of 15 toen mijn moeder, ik zeg het maar zoals ik het beleefd heb, me meesleepte naar een zenuwarts. We zaten in de grote wachtruimte van het ziekenfonds met groengeverfde deuren en badkamertegeltjes aan de wanden en en keken uit op verschillende deuren. Achter de ene hield de tandarts praktijk, een slechtziende vrouw die op de tast werkte. Het geluid van de langzame boor klonk als martelende achtergrondmuziek. Achter een andere deur zat de oogarts waar ik ook in een keer geweest was. Ik was toen 9 jaar en had altijd hoofdpijn. De man schreef me een brilletje voor terwijl mijn ogen, nog steeds, uitstekend zijn. Op één van de deuren stond  'Zenuwarts'. Het enige leesmateriaal dat op de tafel lag was 'De Autokampioen'.
Ook al voelde ik me als een lam dat naar de slachtbank werd geleid, toch had ik een vage hoop dat de man me zou kunnen helpen want ik voelde me allesbehalve gelukkig,

We werden naar binnen geroepen. Mijn moeder stond op en liep fier de behandelkamer in. Ze was trots op haar houding, had ze me eens verteld. Rechtop, hoofd omhoog, schouders naar achteren. ''Schiet nou op', zei ze ongeduldig tegen mij. De zenuwarts zag er uit als een kantoorchef. Hij zat achter zijn bureau in een pak en droeg een bril. Mijn moeder stak van wal.  'Ik weet niet wat dat kind heeft maar ....' en deponeerde in een lange monoloog haar klachten op tafel. De man keek haar aan met de kille, arrogante blik van een concentratiekamp arts. Verveeld ook.  'U doet het woord. Het kind zegt niet veel.' Mijn moeder verstarde, ik zweeg. 'Ik geloof niet dat we hier op de juiste plek zijn', zei ze.
Even later stonden we buiten. Mijn moeder zei snuivend: 'Daar gaan we nooit meer naar toe.'  Ze zette er  stevig de pas in. Ik sjokte achter haar aan.

Later las ik het rapport van de zielenknijper. Die sprak van een dominante moeder en een teneergeslagen kind. 'Ik dominant?, zei mijn moeder, 'hoe komt hij erbij?'



zondag 21 april 2013

Gezamenlijke weerzin




Corry B.


Als ik de muziek van Marco Borsato hoor, zie ik altijd een fabriek voor me waarin die geproduceerd wordt. Beperkt aantal ingrediënten, veel van hetzelfde. Het maakt niet uit waar het over gaat. Borsato zingt de bombastische tekst alsof hij slechts verdriet en verlies in zijn leven heeft gekend. Ik luister uitsluitend naar het Soulstation om ervan verzekerd te zijn die half-Italiaan niet tegen te komen. Overigens een heel aardige man, Marco.
Met het Koningslied heeft Ewbank zijn hand overspeeld, mensen ruiken gelijk dat een broodje poep geen broodje kroket is. Het volk ging morren. (Het is dan weer zo overdreven om hem via Twitter doodsbedreigingen te sturen.)
Dat protest moet je natuurlijk ludiek aanpakken. Met grappen.
Ik begrijp het niet, er zijn toch genoeg goede Nederlandse componisten te vinden die de moeite nemen iets origineels te fabriceren. En niet één of ander mislukt melodietje uit een lade trekken. Of, als er dan een Koningslied moet komen, neem dan een bestaand liedje zoals Telkens Weer of iets van Corry Brokken of Greetje Kauffeld.

Het Koningslied was bedoeld om het volk te verbroederen, het volk heeft elkaar gevonden in een gezamenlijke weerzin. Hoera, hoera, hoera.

vrijdag 19 april 2013

Crimineel gedrag




Ik ben, zo lang als ik me kan herinneren, geïnteresseerd geweest in het gedrag van mensen. Het komt misschien door de verhalen over De Oorlog. Ik vraag me af, wat zou ik gedaan hebben? En natuurlijk, hoe heeft de Holocaust plaats kunnen vinden. Waren de Duitsers massaal slecht? En waarom gingen jonge Nederlandse jongens bij de SS? Hoe komt het dat er in een oorlogssituatie altijd mensen zijn die een sadistisch genoegen beleven aan andermans leed. Om de één of andere reden is vooral het gedrag van slechte mensen 'fascinerend'. Als je ze bestudeert, verliezen ze ze hun macht en blijft er niets anders over dan  pathetische figuren. Het motief van verzetsmensen is ook interessant maar daarover een andere keer.

Op YouTube kun je filmpjes bekijken van politieverhoren. Van moordverdachten. Als je weet dat de verhoorde schuldig is, is de manier waarop ze staalhard liegen, verbijsterend. Een normaal mens zou, als hij in het verhoorkamertje van het politiebureau zit met een ervaren rechercheur, panisch reageren. Totaal verknipte criminelen niet.
Toevallig las ik het verhaal van een jonge Amerikaanse vrouw die een verhouding had met een jonge man, een mormoon. Die geloofsgroep mag voor het huwelijk geen seks hebben maar die twee gingen flink tekeer. Zij was fotografe en documenteerde hun leven met haar camera. Het was een zieke relatie  De man was van plan met een net meisje te trouwen en niet met een slet. Ook een verknipte manier van redeneren maar zo hypocriet zijn gelovigen nu eenmaal. Als hij bijna 30 jaar is maakt hij het uit en gaat hij op zoek naar een huwelijkspartner die nog maagd is. Zij stalkt hem, hij gebruikt haar nog regelmatig voor seks. En op een dag wordt hij dood in de douche gevonden, schot in zijn hoofd, 27 messteken, en zijn keel is doorgesneden. Overkill, noemen ze dat in vaktermen, en dus een persoonlijke moord. Zijn vrienden wijzen gelijk naar de vriendin, die ik Jane zal noemen. Ik vind dat misdadigers het niet verdienen om met hun eigen naam in het nieuws te komen. Alsof ze beroemd zijn.

Het wordt al snel duidelijk dat Jane het gedaan heeft. Ze heeft foto's van de man en haarzelf met de datum van de moord. Ze had ze gedeletet maar digitale foto's zijn altijd weer tevoorschijn te halen. Eerst zie je geposeerde foto's, op de laatste foto staat het slachtoffer, neergestoken. Ook zichtbaar is de voet van de vrouw. Dat, met overweldigend DNA-materiaal, wijst duidelijk Jane aan als dader.

De arrestatie en verhoren van Jane zijn allemaal opgenomen. Ze is totaal niet onder de indruk van het politieverhoor, verzint zonder blikken en blozen het ene verhaal naar het andere. Voor elk bewijs, waar de rechercheur mee komt, heeft ze een verklaring. Zodra ze door de mand valt, komt ze met een andere versie. Eerst beweert ze dat ze in een andere staat was, daarna zegt ze dat ze wel in het huis was met dat er twee indringers binnen kwamen. Ze beschrijft ze en ze houdt die onzin heel lang vol. Tenslotte moet ze wel bekennen  maar verzint dan gelijk dat hij haar mishandelde, da ze het 'battered wife syndroom' heeft. Bovendien is ze als kind vreselijk mishandeld als kind door haar ouders enzovoorts, enzovoorts.

Op een gegeven moment heb je als kijker zin om te schreeuwen: Mens, houd op met je domme leugens. Toch weten de advocaten de jury aan het twijfelen te brengen. Die gebruiken de bekende truc en maken van het slachtoffer de dader. Ondertussen geeft Jane het ene na het andere interview aan de pers. Ze geniet en flirt met de camera. Ze is ervan overtuigd is dat ze wordt vrijgesproken. Na een week in de gevangenis doet ze mee aan een zangwedstrijd voor criminelen. Die ze wint. De rechtszaak duurt eindeloos, het kleinste detail wordt uitgebreid besproken en door de verdedigers getorpedeerd. 'Objection'. Jane heeft haar platina blonde haren donker geverfd, ze draagt een truttig speldje in haar haar, heeft een bril opgezet en ze maakt regelmatig aantekeningen. Ze is in haar element. De ster van de show.
Misschien zijn criminelen mislukte kunstenaars die alleen op een destructieve manier creatief kunnen zijn.
Zodra je doorhebt dat die vrouw verslaafd is aan aandacht, ook al is die negatief, verandert ze in een zielig individu. Een lege huls, niet meer dan een parasiet, oninteressant eigenlijk.

.


donderdag 11 april 2013

De terugreis



Ik  vergeet helemaal over de de terugreis te vertellen. Ik had uit voorzorg vervoer geregeld voor HS. Na de ervaring op de heenreis leek het mij een goed idee. HS werd bij aankomst op Faro in een rolstoel geplaatst en door een vliegveldmedewerker naar de balie gereden. De man negeerde de rij met seniore overwinteraars en checkte ons in. Gelijk klonken er protesten vanuit de menigte. 'Ik ben ook invalide', riep een oude lul. Hij toonde een plaatje van een rolstoel. De Portugees reageerde niet en wij konden doorlopen annex doorrijden. Daarna werd ons paspoort gecheckt en volgden we een slangachtig pad afgezet met paaltjes en linten. 'Ik kan hem wel duwen', zei ik tegen de Portugees. Ik zwalkte langs de paaltjes en bleef twee keer steken waardoor ik de slappe lach kreeg. Jut en Jul op reis. De Portugees nam het van me over en rolde HS naar een terrasje. 'Ik kom u ophalen als het vliegtuig er is', zei de vriendelijke assistent. HS was vrolijk maar begon te klagen dat hij nu vast zat in die stoel. Hij kon moeilijk op gaan staan en roepen:'Ik ben genezen.' 'Het is of het één of het ander, zeurpiet', zei ik.
Toen het vliegtuig startklaar stond haalde de Portugees HS op en reed hem langs de wachtende menigte. Het viel me op dat de mensen ons glimlachend doch meewarig aankeken. Ach gut, die meneer is invalide, wat zwaar voor die vrouw, of zoiets. Er waren nog 4 andere rolstoelers. Ik zei:'Als je een mede-invalide tegenkomt moet je toeteren. Dat zijn de regels.'




We zaten dus als eersten in de kist en werden enthousiast verwelkomd door de crew waaronder de blonde piloot, een Willem-Alexander look-a-like, die een zwaar Rotterdams accent had. Toen het vliegtuig opsteeg ging het mis. De combinatie van HS' COPD en de drukcabine was funest. HS wil liever niet dat ik hierover uitweidt dus ik houd het kort. In een flits zag ik de uitvaart, laat ik het zo samenvatten.

Op Schiphol moesten de invaliden wachten tot alle passagiers het vliegtuig verlaten hadden. Daarna rolden we naar vaste grond. Na enige tijd wachten kwam er een karretje aangereden waarop de vijf invaliden gehesen werden. 'Ik ga wel lopen', zei ik. Vrolijk zwaaiend verdwenen de arme sloebers. De bagageband lag in de verste hoek van Schiphol en na 20 minuten sjouwen met de handbagage kwam ik er aan. HS stond er allang, zijn oude opgewekte zelf. 'Volgende keer nemen we de trein', zei hij. Volgende keer, volgende keer?, dacht ik. Ik leef nu met de dag.
Er was zo weinig te doen in Albufeira dat HS een aantal romans gelezen heeft. Meestal leest hij alleen boeken over techniek. Ik had geen kind aan hem.



zondag 7 april 2013

De eerste dag van de rest van mijn leven

Hans kijkt in de toekomst

We zijn weer terug in de keiharde realiteit van alledag. Nu valt dat in ons geval wel mee want we wonen op IJburg waar het altijd vakantie is, volgens de brochure. Ik was blij weer terug te zijn maar HS bleef het koud houden en hield binnen zijn winterjas aan.
In Albufeira was weinig te beleven maar HS had genoeg aan de zon en een internetverbinding. Ik moet eerlijk zeggen dat ik de Algarve nogal armoedig vindt. Er staan veel muren om de huizen met afbladderende verf, slecht onderhouden huizen en veel onkruid. Wat een verschil met Madeira. Dat is een paradijs vol bloeiende oleanders, keurige parken met stenen rotsmuurtjes waar de salamandertjes zitten te zonnen. Altijd zie je wel een tuinman het gras bijknippen of nieuwe plantjes planten. Madeira heeft ook een mooie oude stad Funchal waar je de lokale bevolking tegenkomt. Moderne mensen die dankbaar van de 'winter' gebruik maken door gebreide jurken en laarzen te dragen, volgens de laatste mode. Nadeel van Madeira: geen strand. Men wil geen Ibiza-achtige toestanden.

Albufeira had wel een winkelcentrum vol wanhopige ondernemers zonder klanten. Die kleine modewinkeltjes zijn veel te duur. En als je je er naar binnen waagde, werd je gelijk vastgeklampt door een winkelmeisje die al de waar ging aanprijzen. Nerveus werd ik ervan.

Voorlopig blijf ik lekker thuis. Ga terrastuinieren. Ik heb mijn eerste bezoek afgelegd aan mijn werkcoach. Wat vroeger het arbeidsbureau was heet nu Werk.nl. De werkcoach was een prettige man die me handige tips gaf. Toen ik in januari begon met het zoeken naar vacatures, werd ik overweldigd door al die sites. Alsof je je door een rijstebrijberg moet ploegen. Het moderne solliciteren bestaat vooral uit netwerken, heb ik begrepen. Jezelf verkopen. Ik zie het maar als een uitdaging, en wie weet, een nieuw begin.