zondag 31 maart 2013

Drie maanden zon

Eten in 'The old Town Albufeira

Hans had wel de juiste drie maanden gekozen om in Portugal te overwinteren. Drie maanden heeft hij in de zon gezeten. Binnen drie dagen was hij al donkerbruin. Vergeleken met hem was ik lichtgevend wit. De reis verliep niet zonder problemen. Hans werd al niet goed toen we in de rij stonden bij de douane. Hij was groen uitgeslagen en werd op een stoeltje gezet en kreeg een glaasje water. Ik was zo drukdoende met organiseren geweest, al weken van tevoren, dat ik eerst de ernst van de situatie niet doorhad. Op het vliegveld in Faro werd hij in een rolstoel gezet en mochten we via een lift naar de bagageband. Iedereen was al verdwenen inclusief het busje dat ons naar het appartementenhotel zou brengen. Ik kwam er voor mijn rust maar dacht, ik had beter thuis kunnen blijven. Dan maar geen zon. Gelukkig belde de Kras-hostess de chauffeur die ons alsnog op kwam halen.

Het appartementenhotel lag op een steile heuvel. De kamers waren eenvoudig maar toereikend. Er lagen wel losse kleedjes in de woon- en slaapkamer. Toevallig zag ik een item in het Journaal (we keken gewoon Hollandse televisie) over ongelukken in huis. Per jaar sterven er een paar duizend oudjes omdat ze over een kleedje struikelen of uitglijden. De bejaarden werden bezocht door een klusjesman die ervoor zorgde dat hun veilige huis geen vermomde valkuil was. Het hotel zat vol met senioren, gekleed in praktische fleecekledij, onflatteuze drie-kwart broeken en wandelschoenen. Ik had drie paar hoge hakken bij me om op de boulevard te flaneren maar er was geen boulevard. Er was ook nauwelijks een strand, merkte ik toen ik op onderzoek uitging. Ik liep de heuvel af en wandelde door het vakantieparadijs en kwam bij een lange trap die naar een klein strandje leidde, dat ingeklemd zat tussen grimmige rotsen. Ik ben nog wel afgedaald maar voelde me zo unheimisch dat ik snel weer naar boven ben geklommen.

Er was slecht één kampeerwinkeltje in de hele omgeving dat ik het vakantiedorp lag. Ik ben niet veel verder gekomen met mijn beperkte vocabulaire dan Bom dia, obrigado en ciao maar gelukkig sprak het winkelmeisje Engels. Het winkeltje was gericht op Hollandse en Britse toeristen en je kon er smerige dingen kopen zoals baked beans in blik. Alles wat die Engelsen eten is vet en aangelengd met scheppen suiker. De sinaasappelen  echter waren natuurlijk spotgoedkoop. In dat gebied staat het vol met fruitbomen en langs de weg werden 5 kilo sinaasappels aangeboden voor 2 of 1 1/2 euro.

Om een lang verhaal kort te maken, de eerste drie weken waren niet gezellig. Hans was niet te genieten en dan krijg je actie-reactie, een wisselwerking en een neergaande spiraal van saggerijn. Tot ik me realiseerde dat Hans ziek was. Het is toch niet normaal dat als je van je stoel naar het balkon loopt, je totaal uitgeput bent? Dus heb ik een afspraak met de dokter gemaakt en een taxi genomen naar het oude gedeelte van Albufeira. Het was ons eerste uitje. Tot dan had ik in mijn eentje rondgedwaald in het nieuwe gedeelte van de stad dat helemaal gericht is op toerisme. Waarom dat dan perse oerlelijk moet zijn weet ik niet. Een soort Damrak dat ze The Strip noemen. Net zoals in Las Vegas, zei de taxichauffeur. The Strip kent drie rotondes, de eerste met een wereldbol, de tweede met aardwormen en op de derde staan reusachtige horloges. Zal wel ontworpen zijn door de lokale kunstenaar.


De dokter, zeg maar Heino, bleek Nederlands en was bekend van de tv, las ik later. Zijn vrouw zat achter de balie (kassa). De wachtkamer werd bezet door grijze permanentjes en kreupele mannen. De dokter constateerde bronchitus, wat een hele opluchting was. Nogal logisch dat Hans voortdurend het gevoel had dat hij stikte. Een geluk bij een ongeluk was dat in dezelfde straat een schoenenwinkel zat! Als ik ergens rustig van word is het wel van een schoenen- of  kantoorartikelenwinkel. Het was ook nog eens uitverkoop en ik vond zwarte instappers met een kwastje voor 19, 90. Ik heb er ondertussen kilometers op afgelegd en draag ze ook in huis. Later ontdekten we dat aan het eind van de straat een tunneltje lag. Als je daardoor heen loopt kom je aan een ruim strand waar de mooiste schelpen aanspoelen. Er was een rondborstige jonge vrouw dans- en gymoefeningen aan het doen, slechts gekleed in een rode string. Ze huppelde rond, gooide haar hoofd naar voren en daarna naar achteren waardoor haar zwarte haar door de lucht zwiepte. Af en toe rende ze op haar tenen even de zee in, ging kopje onder en verscheen dan weer als een zeenimf. Leuk voor de mannen.

Schelpen zoeken




wordt vervolgd


zondag 3 maart 2013

Jack, kom terug naar huis



Gisterenmiddag keek ik, terwijl ik een zoom in mijn broek maakte, naar een programma over Kopspijkers en Jack Spijkerman. Jack die voorheen onderwijzer was en later voor de VARA-radio presenteerde, wilde graag televisie maken. Marcel van Dam, die in die tijd voorzitter of iets dergelijks van de VARA was had dit liever niet. 'Jouw kop kan je beter niet laten zien. Houd het bij radio.' Van Dam heeft wel meer domme dingen gezegd in het verleden. Jack heeft er voor gezorgd dat al die cabaretiers en komieken voor Kopspijkers gingen werken. De rest is geschiedenis, zou je kunnen zeggen, want we hebben toch een aantal jaren genoten van Balkenende, Lubbers, Frank de Grave, de koningin, Jan Wolkers en noem maar op.

Een onderdeel van Kopspijkers was het jaarlijks uitreiken van De Gouden Po. Aan de grootste nepfiguur in Nederland. Een keer viel Jomanda in de prijzen. Jack ging haar zelf de Po overhandigen. 'Knap van u dat u al die mensen het geld uit de zak weet te kloppen met uw zogenaamde genezing', zei Jack. Jomanda was laaiend en veranderde nu echt in een heks zonder bezemsteel. Ze stond op een verhoging en zei: 'U komt uzelf nog wel tegen, meneer Spijkerman.' En toen sprak ze heel dramatisch: 'Ik krijg het getal tien door, onthoud dat goed, tien.' 'Ga ik dan dood?', vroeg Spijkerman, 'over 10 dagen over 10 jaar?' 'Tien, meneer Spijkerman, tien.' Alsof ze een vloek over hem uitsprak.
Ik weet niet hoe lang daarna maar Spijkerman heeft zich, tot verbazing van vriend en vijand, laten overhalen om voor een nieuwe commerciële omroep van John de Mol te gaan werken. Talpa 10. Want daar kon hij 'zijn eigen ding' doen, daar werd hij op waarde geschat. Terwijl hij bij de VARA voor alles, budget en mensen moest vechten.Daarna hebben we niets meer van hem vernomen.
Jack, het is nog niet te laat, ga alsjeblieft weer naar de VARA en verras ons met een nieuw programma.