zaterdag 17 november 2012

1984 Het ziekenzaaltje V



Joop

Ik had hem al eerder in de hal zien dwalen. Een goedaardige reus met de blik van een hond die buiten de deur is gezet. Joop heette hij en het was hem eindelijk gelukt patiënt op het ziekenzaaltje te worden.
De vaste bewoners woonden achter het hoofdgebouw, in grote panden omringd door kale bomen. De grond er omheen bedekt met dorre herfstbladen. Als de novembermist bijna op de grond hing, veranderde de omgeving in een grijs, spookachtig decor.
Hoe zouden die mensen leven, vroeg ik me af, met al hun ingewikkelde gedragspatronen? Niemand had een eigen kamertje, dat was zeker. Geen gezellig privéplekje met eigen spulletjes. Men leefde in groepen. Slapen op een slaapzaal, eten in een eetzaal. En zelfs de schoenen die ze droegen leken in grote partijen te zijn opgekocht, met als enige keus voor de dragers: bruin of zwart. De mongolen leken nog het beste af. Ze waren sociaal en hadden elkaar. De rest, zwakzinnigen en andere eenvoudigen van geest behoeften ook aandacht, liefde en zorg, maar waren niet in staat iets terug geven. 

Het was eigenlijk een wonder dat Joop niet op handen en voeten liep. Hij sprak niet en volgde uitsluitend zijn instinct dat zei: eten. De manieren die daarbij hoorden, gingen langs hem heen. Hij gebruikte geen bestek maar hield een sappig karbonaadje in zijn knuist waar hij aan kluifde. Met zijn ogen dicht. Ik kon soms afgunstig zijn op zijn simpele geluk en het gebrek aan storende gedachten.

Dat hij niet in staat was voor zichzelf te zorgen, werd nog eens extra benadrukt toen hij op een ochtend bezoek kreeg. Het was een uur of half elf, we zaten met het personeel koffie te drinken. Er werd aangebeld en een verpleegkundige draaide de deur van het slot. We zagen een opgewekte dame staan met een koffertje in haar hand. Ze kwam voor Joop en was de pedicure.
Nadat ze haar jas had uitgedaan en aan de kapstok had opgehangen, ging ze op een laag krukje voor Joop zitten. Met huishoudhandschoenen aan ontdeed hem op professionele wijze van zijn schoenen en sokken. Behalve dat zijn voeten zwart zagen van het vuil, werd het echte probleem duidelijk. Zijn teennagels waren in maanden, misschien wel jaren niet geknipt. Ze waren zo lang dat ze opgerold in zijn schoenen hadden gezeten.
De pedicure had dit duidelijk eerder aan de hand gehad en deed een greep in haar koffer. Ze haalde er een mini- cirkelzaagje uit en begon kordaat aan de nagel van Joop's grote teen te zagen. Met het grootste gemak verwijderde ze het klauwachtig aanhangsel. Het groepje nieuwsgierigen, dat zich om de patiënt had verzameld, was onder de indruk. Niet zozeer van de lengte van de nagels maar van het apparaatje. De voetendame was in een rap tempo langs alle tenen gegaan en borg tevreden haar zaagje weer op. De oogst belandde in de vuilnisbak.
Waarom niemand eerder de slechte hygiënische toestand van Joop had opgemerkt, bleef, zoals zoveel zaken, onduidelijk.
De sympathieke pedicure waste haar handen grondig, deed haar jas aan en pakte het koffertje op. Ze groette het gezelschap vrolijk. Dat zat nog bij zat te komen van het ongewone schouwspel.. Joop had de gelukzalige glimlach op zijn gezicht van een varken na een grondige massage.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten